IKC Regenboog - Wilsum
 
(Advertentie)
(Advertentie)
  1. Wie is de baas 
  2. Oorlog en vrede 
  3. Arm en rijk 
  4. Koning, keizer, admiraal 
  5. Wij gaan naar de stembus 

Centraal in dit kernconcept staat de vraag in hoeverre gedrag bepaald wordt door eigen vrije wil dan wel door wat anderen impliciet of expliciet van je verwachten. In dat laatste geval is er sprake van machtsuitoefening. De twee belangrijkste inzichten zijn dan ook:  
- macht wordt zowel formeel (regels, afspraken, wetten) als informeel (impliciete) afspraken, cultureel bepaalde gewoontes) uitgeoefend;  
- macht speelt zowel tussen mensen als binnen de samenleving en ook tussen landen.  

Deze inzichten vormen de basis voor het besef wat macht is, hoe je macht kunt krijgen en hoe macht wordt uitgeoefend. Een belangrijk aspect van het formeel uitoefenen van macht is het opstellen van regels. Met regels wordt orde aangebracht. Een groep heeft regels nodig om als groep en als individu binnen de groep te kunnen functioneren. Dit geldt zowel voor een kleine groep (gezin, klas) als voor een land. Het stellen van de regels kan heel autoritair gebeuren (als alle macht in handen is van één persoon) of heel democratisch (als alle personen binnen de groep evenveel macht hebben). Het besef van de verandering die onze maatschappij op dit vlak heeft doorgemaakt van de middeleeuwen tot het heden en de verschillen met andere culturen wat macht en regels betreft maken eveneens deel uit van dit kernconcept.  
Binnen dit concept is er aandacht voor bestuursvormen. Op welke wijze wordt het land of werelddeel bestuurd. Welke verschillen zijn er. Hoe worden bedrijven aangestuurd.  
Tot slot spelen ook in de natuur macht (bv. apenrots) en regels (natuurwetten) een belangrijke rol. 

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)